Bücher von Eugène Baak

1944. Even voor de bevrijding van het zuiden van Nederland wordt bij een overval op een NSB¿er een collectie schilderijen gestolen. De kunst verdwijnt spoorloos ¿ en in de jaren van wederopbouw heeft de opsporing van cultureel erfgoed bepaald niet de hoogste prioriteit. In de decennia daarna duiken de werken her en der op. Wat is er destijds precies gebeurd? Welke route hebben de schilderijen afgelegd en wie mag zich de eigenaar noemen? Rechercheur Julius Janssen, zoon van de agent die in 1944 als eerste arriveerde op de plaats delict, heef niks met kunst. Zijn collegäs Hein van Wageningen en Pol Tak daarentegen, geholpen door officier van justitie Nan Vonk en de media, maken tussen de bedrijven door tijd om met de oorlogsroof aan de slag te gaan. Het wordt een even spannende als moeizame speurtocht, die pas vele jaren later zal eindigen in een zompig moeras van een geheel andere orde: de pandemie van 2020.